Kennis komt tot stand in vergelijking: wie geen donker kent, kan niet weten wat licht is en dat hij daarin leeft. In de Westerse maatschappij leven we in het licht van de ideeën van de Verlichting en de Romantiek. Twee eeuwen lofzang hebben ons afgeleerd nog het donker te kennen. Waarden als vrijheid, gelijkheid, authenticiteit, zijn ons zo vertrouwd en heilig geworden dat we ze als absoluut zijn gaan beschouwen en dat we blind geworden zijn voor de innerlijke tegenstrijdigheid in het verlichtingsdenken. *** Als lezer vind ik dat de auteur als geen ander de hypocrisie (mijn term, komt nergens voor) weet aan te tonen in het hedendaagse denken. In de wijze waarop de discussie gevoerd wordt over thema’s als multiculturele samenleving, vrouwenemancipatie, milieu, mensen- en burgerrechten, hedendaagse kunst en literatuur, komt de verwarring duidelijk naar voren. Veel mensen denken vaker ‘er klopt iets niet’, maar kunnen het niet goed duiden. De auteur legt in dit boek duidelijk, lang, maar niet langdradig, uit wat er in de kern niet klopt aan de denkwereld achter die discussievoering. *** Zijn vorige boek ‘Geografie van goed en kwaad’ vond ik een eye-opener en een verrijking. Dit boek, een soort vervolg, legt de vinger op de zere plek in onze samenleving. Het is een zoektocht naar de waarheid zonder hypocrisie, wat soms een botsing met zowel linkse als rechtse heilige huisjes onvermijdelijk maakt. Het laat zien hoe ‘de onzichtbare maat’ (de Europese Traditie) verbleekt is in onze hedendaagse denkwereld, met ernstige gevolgen voor onze samenleving. De begeerte regeert en wordt niet meer gematigd. Hoe kon dat gebeuren? Ik vind de analyse van een grote scherpzinnigheid getuigen en kan het boek van harte aanbevelen aan eenieder die wil weten welke prijs we betalen voor absolute concepten van vrijheid, gelijkheid, romantische ideeën over het ‘Unieke Zelf’ en hoe gelukkig we daar in feite van worden. De dikke pil vraagt wel wat van de lezer. Voor niet-filosofen en voor wie niet klassiek onderlegd is, zoals ik, is het boek op zich goed te begrijpen (behalve deel II § VII tot p. 288 is nogal pittig en de woorden in Grieks alfabet zijn soms lastig), maar voor een groter publiek lijkt het mij te uitgebreid en te lang. Daarom pleit ik voor een vereenvoudigde publieksversie (à la Harari?) met een samenvatting van het vorige boek. Ingewikkelde zaken helder en eenvoudig uitleggen is de auteur wel toevertrouwd, getuige ook zijn vorige boek. *** Ten slotte een paar redactionele kritiekpunten. De lange inleiding is al direct sterk inhoudelijk en doet daarom niet wat die zou moeten doen, te weten de lezer op weg helpen. Laat u niet afschrikken en sla die eventueel over om later te lezen. De Griekse en Latijnse termen lezen lastig. Weliswaar is er achterin een Griekse woordenlijst, maar een uitvouwbare bladzijde of losse inlegkaart was praktisch geweest. Een woordenlijst met Latijnse termen ontbreekt. Verder zijn de genummerde paragraafachtige alineareeksen zonder kopjes m.i. een wat minder lezersvriendelijke presentatiekeuze.