Geschreven bij Glazen troon 2 - De donkere kroon
Toen ik in dit boek startte, had ik niet zo veel tijd. Vijf minuten hier, enkele minuten daar. Liefst van al lees ik natuurlijk meteen goed door, maar daar kwam dus wegens tijdgebrek niet zoveel van. Toch leek deze manier van lezen te passen bij de rustige start van ‘De donkere kroon’, waarin het verhaal zich op kabbelende wijze lijkt op te bouwen.
Gelukkig had ik nadien terug meer vrije tijd, want naarmate het verhaal vordert, neemt de actie en spanning toe en wil je dit boek niet meer neer leggen. Het boek leest al van bij het begin erg vlot, maar het leestempo lijkt steeds meer te stijgen en aan het einde lijkt het wel alsof je in een sprint op de finish afstevent. Meteen bij de aankomst had ik al spijt van dat snelle lezen, vermits het nu nog even wachten is op boek drie.
Ik hou van Sarah J. Maas beschrijvende manier van schrijven. Door haar omschrijvingen kan ik me tijdens het lezen duidelijk een beeld vormen van de omgeving waarin Celaena haar avonturen beleeft. Van de stad met een allegaartje van mensen uit de verschillende sociale klassen, de smalle steegjes en een mengelkroes aan geuren tot het kasteel dat er met zijn grote zalen en aangelegde tuinen erg indrukwekkend uitziet, terwijl datgene wat je er niet meteen te zien krijgt, nog een pak imposanter is.
Vooral de omschrijving van de koninklijke bibliotheek met al haar kleine nissen, verborgen hoekjes en het gigantische aantal boeken dat er in is ondergebracht sprak me erg aan. Wie droomt er nu niet van een bibliotheek waarin je urenlang kan rondslenteren zonder de hele collectie ontdekt te hebben.
Persoonlijk vond ik ‘De donkere kroon’ minstens even goed als zijn voorganger. Dit tweede deel is dus zeker een waardige opvolger voor ‘De glazen troon’. Opnieuw kregen we een boek voorgeschoteld geheimen, avontuur, sluimerende magie én een sterk hoofdpersonage.
Volgens sommige reviews op Goodreads is Celaena een verwend meisje, dat zonder probleem een missverkiezing kan winnen, maar geen karakter lijkt te hebben en een overvloed aan streken. Zo ervaar ik haar dus absoluut niet. et lijkt me niet meer als normaal dat je jezelf een stevig afweerschild aanmeet wanneer je bent opgegroeid in de omstandigheden waarin Celaena als jong kind terechtkwam. Al is het soms wel moeilijk voor te stellen dat iemand op die leeftijd en in die situatie zonder hulp van anderen in staat is om zichzelf op de been te houden. Dat ik me die bedenking pas na het lezen maak bewijst echter alleen maar meer dat Sarah J. Maas’ verhaal niet aan geloofwaardigheid moet inboeten.