Dit boek leest lekker weg en heeft mij een nieuwe kijk op het leven gegeven. Ik raad het iedereen aan om te lezen. Door het boek neem ik makkelijker belezen en laat ik me leer leiden door het onbewuste, wat mij tot nu toe veel goeds heeft gebracht.
Het boek bestaat uit 9 hoofdstukken:
1. Het vallende bewustzijn
2. Het moderne onbewuste
3. Onbewust waarnemen
4. Onbewust iets menen
5. Onbewust beslissen
6. Onbewuste creativiteit
7. Onbewust doen, deel 1
8. Onbewust doen, deel 2
9. Maar toch …
Hoofdstuk 1.
Hier wordt verteld hoe het bewustzijn in elkaar zit.
Er worden verschillende misverstanden ontkracht, zoals dat veel mensen denken dat het bewustzijn ons typisch menselijk maakt en dat we er vanuit gaan dat ons bewustzijn ons intelligent en rationeel maakt.
Het belangrijkste misverstand volgens de auteur is dat we denken dat het bewustzijn de baas is in ons brein.
Bij verreweg het grootste gedeelte van ons gedrag speelt ons bewustzijn namelijk geen enkele rol.
In dit hoofdstuk verwijst de auteur naar verschillende hoofdstukken, waarin er uitgebreider over de bepaalde onderwerpen zal in worden gegaan.
Volgens de auteur is de Descartes de hoofdschuldige voor de eeuwenlange onderschatting van het belang van het onbewuste.
Hoofdstuk 2.
In dit hoofdstuk lees je dat bewustzijnservaringen op zekere hoogte samenhangen met wat er daarvoor en daarna gebeurt. Ook legt de auteur uit waarom de theorie van Freud over het bewustzijn en onbewustzijn niet klopt. Er worden verschillende theorieën uitgelegd.
De auteur vindt dat het een beter uitgangspunt is om aan te nemen dat het bewuste zo ongeveer alles doet wat psychologisch van belang is, en dat ons bewustzijn alleen af en toe geconfronteerd wordt met het eindproduct van de onbewuste processen. Hoe noemt enkele voorbeelden waarin dit blijkt, zoals het cocktailpartyeffect en het dunne-plakjes-gedrag.
Er wordt kort verteld wat in welk hoofdstuk is te lezen en waar dit boek niet over gaat.
Het gaat niet over het freudiaanse onbewuste en het is geen ‘zelfhulpboek’.
Hoofdstuk 3.
Dit hoofdstuk gaat over onbewuste waarneming. Het hoofdstuk begint met een voorbeeld waaruit blijkt dat we onbewust veel meer waarnemen dan wij denken. Ook lees je dat mogelijk het onbewuste gevoeliger is dan het bewuste. Dit blijkt uit enkele onderzoeken, maar de vraag blijft of het werkelijk zo is.
Ook lees je over de vraag of het subliminale waarneming bestaat. Dit is een waarneming die onder de waarnemingsdrempel van het bewustzijn valt.
Er zijn verschillende fenomenen bekend waaruit blijkt dat deze soort waarnemingen nuttig zijn, zoals het ‘mere-exposure-effect’, het negativiteit effect en evaluatief conditioneren.
Ook worden er voorbeelden genoemd waarom het juist onnuttig zou zijn.
Uit alle onderwerpen uit dit hoofdstuk blijkt dat bewuste waarneming slechts een zwakke afspiegeling is van de enorme rijke hoeveelheid informatie die we onbewust verwerken.
Hoofdstuk 4.
Dit hoofdstuk gaat dieper in op de rol van het onbewuste in de meningen die we over dingen hebben. Je leest dat je onbewuste mening en je bewuste mening vaak van elkaar verschillen en waardoor dit komt. Uit dit hoofdstuk blijkt dat de onbewuste mening vaak belangrijk is dan de bewuste mening.
Bewuste meningen worden vaak door verschillende factoren beïnvloed.
Het gedrag wordt vaak beïnvloed door onze onbewuste mening.