Als je een schrijver in zekere zin kunt beschouwen als een god voor de personages die hij of zij creëert, dan is hier wel sprake van een wrede en genadeloze god. Ik zie hieronder massa's positieve recensies, wat ik begrijp, maar ik kreeg toch hoe langer hoe meer moeite met het boek. Het is wel heel, heel, heel, heel veel ellende in één 'klein leven'. Ook de enorme zelfhaat, het niet aanpakken van problemen (maar ze ontkennen of verbergen) en de voortdurende excuses over en weer, begonnen me op een gegeven moment tegen te staan. "Over de kracht van vriendschap", staat bij de beschrijving. Maar ik weet niet of je daar dan uiteindelijk wel een positieve conclusie over mag trekken. Ik vond het erg mooi geschreven en ook meeslepend, maar je moet er wel tegen kunnen, die honderden pagina's over kindermisbruik en -mishandeling, ziekte, pijn, verdriet, onbegrip, zelfminachting, het voortdurende gevoel tekort te schieten, enzovoorts. Ik was in elk geval opgelucht toen ik het uit had.