Een derde boek zou er niet meer komen, schreef Arnout Hauben, want na Ten oorlog 1 en 2 was hij een beetje oorlogsmoe. Maar de melding dat er een archeologische opgraving plaats vond in de Westhoek was de trigger om toch in een nieuw oorlogsavontuur te stappen. Met haast kinderlijke verwondering volgt Arnout het archeologisch project en hij neemt er zelf aan deel. Meer nog dan in de tv-serie - een tv-maker blijft hij natuurlijk op de eerste plaats - geeft hij in het boek een inkijk in zijn emotionele ervaringen tijdens de opgravingen, vooral als het gaat om restanten van soldaten uit de Groote Oorlog. Het human-interestgehalte blijft, net als in de twee vorige boeken, erg hoog en maakt het eenvoudig voor de lezer om mee te gaan in het verhaal van een afschuwelijke oorlog die tastbaar is en blijft bij elk opgegraven object, elke opgegraven strijder. Samen met Johanna Spaey levert Hauben een derde meeslepende verhaal over ons recente oorlogsverleden af. Een aanrader voor elke Vlaming, maar ook voor elke Nederlander, die wil weten wat zich in Wereldoorlog 1 in Vlaanderen afspeelde.