Flora is een wat kleurloze (ook letterlijk, ze heeft een heel blanke huid en bijna witblond haar) en ze werkt als juridisch medewerkster (een van de heel veel naamloze medewerkers) op een groot advocatenkantoor in Londen. Ze is afkomstig van het (fictieve) Schotse eiland Mure, ver weg in het hoge noorden. Een grote klant van het advocatenkantoor wil een windmolenpark bouwen in zee, vlak bij Mure en dus springt Flora er opeens uit: zij kent de bevolking, het eiland, de cultuur etc, dus of ze maar mee wil naar Mure om alles voor te bereiden en advies te geven. Flora gaat weer terug naar haar thuis, waar vader en de broers de boerderij leiden: ze is weer hun zusje, dochter en voor de eilanders: die Flora. Langzaamaan begint ze zich weer thuis te voelen, mede ook doordat ze het receptenschrift van haar moeder vindt en begint te koken. Dat komt goed uit, nu er een pop-up restaurantje wordt geopend. Flora went weer, begint MUre te waarderen en eenzelfde ontwikkeling zien we in de zakenlui die vanuit Londen noodgedwongen op Mure moeten blijven.
Een fijn, gezellig boek!!