Voor deze dikke biografie van Jan Wolkers (bijna duizend bladzijden) had ik twee weken ingepland en... dat heb ik op het nippertje gehaald. Hoewel ik tijdens het lezen van de eerste tweehonderd, tweehonderdvijftig pagina’s het idee had dat ik er nooit doorheen zou komen - nee, zelfs vreesde het boek te moeten wegleggen. En aan de inhoud lag het niet. De jeugd van Wolkers is boeiend genoeg en de auteur heeft zijn research prima op orde. Maar Onno Blom heeft zich misschien te zeer en te lang (10 jaar) in zijn onderwerp vastgebeten. Want wat ik las was het product van een biograaf die zoveel wil vertellen, dat hij slecht uit de startblokken komt. Die het overzicht kwijt is. Die last heeft van schrijfkramp. Zodra Blom de jeugd van Wolkers achter zich laat en zijn licht over leven en werk van de kunstenaar en romancier laat schijnen, lukt het opeens wel. Hij durft vrijer te schrijven - zo vrij dat er hier en daar opzichtige fouten in sluipen (hoe zit het nou met die schrijfmachine waar hij zogenaamd al zijn werk op heeft getikt, terwijl hij later een nieuw exemplaar koopt en daarmee vrolijk verder gaat; waarom bewegen de mensen in zijn leven zich op een onmogelijke manier door de stad Amsterdam?) - en weet Wolkers zo alsnog tot leven te wekken. Zijn dwalingen wil ik de Leidenaar Blom graag vergeven. Eenmaal op dreef neemt hij je op sleeptouw en wens je alleen nog maar door te lezen. Hij introduceert het ene na het andere interessante weetje en legt verhelderende verbanden. Hij verlaagt zich nergens tot blinde heldenverering, maar toont overtuigend aan dat Wolkers ook niet het monster was dat de media in diens hoogtijdagen van hem schetsten. Driekwart van het boek heb ik zitten smullen van wat me werd voorgeschoteld en ik zou Blom dan ook willen adviseren voor een latere druk het eerste deel - los van de oorspronkelijke tekst, los van aantekeningen - helemaal opnieuw te schrijven en net zo te laten sprankelen als de rest van de biografie. Als dat lukt, zal vrijwel iedereen het boek vijf sterren toekennen. Als dat lukt, zou ik met betrekking tot deze biografie van een meesterwerk durven spreken. Een meesterwerk dat in deze versie helaas nog het predicaat ‘gemankeerd’ meekrijgt.