Hoe is het om op te groeien in een communistisch gezin? Deze vraag kan voor een buitenstaander nieuwsgierigheid opwekken, maar hoe zou dat voor iemand van binnenuit zijn? In dit boek probeert Jolanda Withuis antwoorden te vinden over haar vader, Berry, die haar lang niet alles vertelde over zijn verleden en ook niet over wat er zich later afspeelde tijdens zijn leven als journalist bij De Waarheid en wat zijn functie was in de CPN.
Behalve de persoonlijke zoektocht van de auteur geeft het boek ook een geweldig tijdsbeeld van een naoorlogs en verzuild Nederland. In een flink aantal bondige hoofdstukjes wordt een mozaïek gevormd van al die stukjes bekende en bekend geworden feiten.
De auteur werd geboren in Zutphen. De stamboom helpt bij het volgen van de familiegeschiedenis die verteld wordt. Het Gereformeerde gezin waaruit hij komt staat haaks op de keuze die hij later maakt om communist te worden. De plaats Zutphen roept gemengde gevoelens op bij de auteur, aan de ene kant vervult het haar met trots omdat zij er, net als haar vader, geboren is en ook weet ze dat Zutphen met ph gespeld wordt. Aan de andere kant vindt ze het vreemd dat haar broertje Max in Amsterdam geboren wordt. Op haar vraag waarom haar moeder tijdelijk naar Amsterdam verhuisde kwam geen bevredigend antwoord. Door het 'Inzagedossier' dat de AIVD voor haar samenstelde, en de informatie die haar moeder na haar vaders dood wél kwijt wilde, kon de auteur de periode voor en net na haar geboorte reconstrueren.De auteur is gek op Zutphen.
Dat de verhuizing te maken moet hebben met iets wat haar vader in de oorlog heeft meegemaakt wordt duidelijk in het verhaal, maar werd voor de auteur lang verborgen gehouden, er werden alleen af en toe wat flarden prijsgegeven. Zutphen werd zwaar gebombardeerd in de oorlog en Berry vond Zutphen in puin toen hij terugkeerde uit Duitsland. De manier waarop hij terugkeerde klinkt alsof het verhaal zo uit een spannend jongensboek komt:
Berry is een enthousiast schaker en via dat netwerk komt hij terecht als leerling-journalist bij de Brummensche Courant. Het is 1942. Hij biedt zichzelf aan verzetswerk te gaan doen waarvoor hij naar Duitsland moet. Over de aard van de opdrachten bestaat geen duidelijkheid, er zijn wat aanwijzingen en geruchten.
Ik vond het erg interessant om te lezen hoe de auteur haar jeugd ervaren heeft, hoe zij zich distantieerde van het communisme en tenslotte op de meeste van haar vragen een antwoord kreeg. Er staat ook nog een passage in het boek over een medische kwestie, een zeer ingrijpende periode voor de auteur, die realistisch weergeeft hoe men in die tijd dacht over behandelen van aandoeningen van de wervelkolom. Kortom, een echt mozaïek met vele stukjes.