Geschreven bij Slotcouplet
‘Leven toevoegen aan de dagen, niet dagen aan het leven’, met deze beroemde uitspraak van de Britse verpleegkundige en arts Cicely Saunders begint Sander de Hosson het voorwoord van zijn boek ‘Slotcouplet’. Het zijn de woorden die het onderscheid aangeven tussen zorg gericht op de patiënt en zorg gericht op ziekte van de patiënt. Het zijn ook de dilemma’s waarvoor behandelend artsen geregeld staan als zij met ongeneeslijke zieke patiënten te maken krijgen. ‘Slotcouplet’ gaat over die dilemma’s en wat dat betekent voor de patiënt, hun familie en vrienden, maar ook voor het verzorgend medisch personeel.
Een schrijvende longarts
Sander de Hosson is longarts in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen. Toch zou je dat op het eerste gezicht niet zeggen als je zijn verhalen leest in het boek ‘Slotcouplet’. De schrijfstijl van Sander de Hosson laat zich het best omschrijven als heel natuurlijk en soepel, met gevoel voor detail en vooral met heel veel aandacht voor de gedachten en het welzijn van zowel de patiënt als zijn of haar directe omgeving. Het raakte mij als lezer bij ieder verhaal. Ook het zorgverlenend personeel dat daar om heen acteert, of beter gezegd manoeuvreert en vaak balanceert, neemt hij mee in zijn verhalen. Het boek leest als vanzelf. Dit ondanks de zwaarte van de gebeurtenissen die hij aan het papier heeft toevertrouwd.
De arts en de keuzes
Want heftig zijn de gebeurtenissen zeker die Sander de Hosson beschrijft. De gebeurtenissen gaan over mensen zoals jij en ik, zoals jij en ik die misschien wel kennen in onze naaste omgeving. Waar zij mee te maken krijgen als blijkt dat ze ongeneeslijk ziek zijn. Waar de zorg tijdens de laatste levensfase in ieder specifiek geval vraagt om een andere benadering en behandeling. Behandelingen die om keuzes vragen waarbij het belang van de patiënt voorop staat. Soms in een fractie van een moment, soms met wat meer tijd om na te denken over de gevolgen voor de patiënt. Keuzes waar de behandelende dokter eindverantwoordelijk voor is en waarvoor hij of zij verantwoording dient af te leggen aan zowel familie als controlerende organen. Ga er maar aanstaan.
Bang voor emoties
Het kan zijn dat je bang bent over wat je bij het lezen van dit boek allemaal tegenkomt, over welke emoties het bij je losmaakt of welke herinneringen het bij je oproept. Ja, dat kan je allemaal gebeuren, omdat in het boek geen onderwerp onbesproken blijft. Laat het je echter niet tegen houden om dit boek aan te schaffen. Het boek is baanbrekend, omdat Sander de Hosson ons bij zijn verhalen ook een kijkje gunt in, oneerbiedig gezegd, zijn eigen bovenkamer. Daardoor ‘winnen’ de verhalen aan zeggingskracht. Het zorgt mede voor balans in het boek. De verhalen belichten daardoor alle zijden van de zorg, die nodig is voor (kanker)patiënten in de laatste fase van hun leven. Zowel vanuit het gezichtspunt van patiënt en familie als vanuit het gezichtspunt van verzorgend personeel.
Ontroerende en confronterende verhalen
De verhalen die Sander de Hosson vertelt kan je met de beste wil van de wereld niet allemaal achter elkaar lezen. Daarvoor zijn ze te persoonlijk, ontroerend, te confronterend en met zoveel respect beschreven. Nergens heb je echter het gevoel van meegluren, wat je op TV nog weleens mee maakt. De verhalen maken je ook duidelijk hoe gecompliceerd het af en toe kan zijn voor een medicus om keuzes te maken. Gaan we verder met de medische behandeling om het leven te verlengen, maar tegen welke prijs is dat? Wordt het leven voor de patiënt daardoor lijden? Wat wil de familie en hebben zij begrip voor de stappen die de arts wil zetten. Alles draait in deze fase om communicatie, maar wel met gevoel en begrip voor de behoeften van de patiënt. Ga daar maar eens aanstaan als arts en ondersteunend zorgpersoneel, maar nog meer als mensen. Echt pittig.
Het is een meer dan geslaagd boek met een prijzenswaardig doel: meer aandacht voor de palliatieve zorg en dat is zeker gelukt.