Het boek van Willem Vissers over Michael van Praag liet me wat verward achter. Van Praag komt er uit naar voren als een charmante man die steeds iets wil worden wat hij niet is, of misschien juist wel is, maar niet gelooft dat hij zou kunnen zijn.
Van Praag heeft bijvoorbeeld een volkomen ander beeld van zijn relatie van zijn vader, dan zijn zus heeft. En in de strijd met Blatter komt ie nog naïever naar voren dan hij al deed in de pers. Toch heeft hij wel wat zelfreflectie, bijvoorbeeld over zijn tweets. Bovendien weet hij wel steeds voor elkaar te krijgen dat mensen hem steunen, en hebben vele oude kennissen een warm beeld van hem.
Veel is terug te voeren op zijn jeugd in naoorlogs Amsterdam, als zoon van een jood die vaak verraden is. Zelf is hij geen jood, maar voelt zich dat wel. Dat roept het beeld op van iemand die vooral ergens bij wil horen. Dat beeld verklaart misschien ook wel zijn vele huwelijken.
Vissers kiest vooral voor veel gesprekken weer te geven, veel met Van Praag er ook zelf. Deze keuze is misschien gemaakt omdat Vissers de biografie op verzoek van Van Praag zelf schrijft. Het is dan ook niet een biografie die afstand neemt, hoewel Vissers er wel in geslaagd is Sepp Blatter zelf commentaar te laten geven. De tijdlijn is daarmee ook soms verwarrend, omdat verschillende episodes diverse keren langskomen.
Helaas is er ook weinig ruimte voor Vissers mooie romantische pen, die hij in zijn voetbal verslagen zo mooi gebruikt. Het beeld van vader Jaap van Praag, ondergedoken op de Ceintuurbaan roept bijvoorbeeld heel veel bij mij op, maar Vissers houdt het zakelijk.
De definitieve biografie over van Praag is het niet, maar het bracht me wel terug naar de zorgeloze jaren '90, waar Van Praag in het cabaret van Spaan aanschoof tussen zijn collega voorzitters Van Raaij (Erik van Muiswinkel) en Van den Herik (Diederik van Vleuten).