Geschreven bij Het Pauperparadijs
Suzanna Jansen beschrijft in dit boek de geschiedenis van haar arme voorouders en op die manier eigenlijk de geschiedenis van de onderklasse van Nederland vanaf Napoleon. Het begint vijf generaties terug bij Tobias die dienst neemt in het leger van Napoleon als eenvoudig voetsoldaat en eindigt met haar moeder die niet mocht vertellen in welke Amsterdamse straat ze woonde. Op een bedachtzame maar indringende manier neemt Suzanne je mee naar vervlogen tijden en probeert ze een beeld te schetsen van hoe het er toen uitzag voor de arme gezinnen in Nederland. Brandmerken is net afgeschaft maar landlopen is nog wel een misdrijf. Een tijdgenoot van Tobias, Johannes van den Bosch, is onder fortuinlijker omstandigheden geboren en een onvertogen idealist. Hij wil twee vliegen in één klap slaan door de arme sloebers uit de stedelijke gebieden te helpen en de onontgonnen gebieden in Drenthe te cultiveren. Mensen die door omstandigheden arm zijn maar van goede willen kunnen dan hun eigen stuk land bebouwen en zichzelf opwerken. Zo ontstaat de kolonie Veenhuizen. Maar het mooie concept blijkt in de praktijk een fuik te worden voor de kolonisten. Drie generaties van Suzanna’s familie weten er niet meer weg te komen en aan de hand van hun geschiedenis wordt de onttakeling beschreven die eindigt in de strafinrichting Veenhuizen die we heden ten dagen nog kennen. Uiteindelijk weet de familie zich los te maken en naar Amsterdam te vertrekken. In Nederland begint langzaam het idee te ontstaan dat paupers niet alleen armoedige omstandigheden creëren maar de omstandigheden ook een moeras vormen waar de echte armen zich niet of nauwelijks zonder hulp van kunnen losmaken. Het idee van reclassering ontstaat, samen met de maatschappelijke verantwoordelijkheid om mensen te helpen zich te verbeteren. In “het Siberië van Amsterdam” worden speciale arbeiderswijken gebouwd en eigenlijk ontstaat er zo een tweede ideologische kolonie met goede bedoelingen en een zwaarwegend stigma. Uiteindelijk is Suzanna, het vijfde kind, de eerste van haar familie die naar het VWO wordt gestuurd. Tegen de aanbeveling van de lagere school in, die in hoge testscores geen aanleiding ziet om het mavo-advies aan te passen, omdat de andere kinderen via omwegen lieten zien toch op de universiteit terecht te kunnen komen. Eindelijk zijn ze echt losgekomen van de vicieuze cirkel waar hun voorouders in terechtgekomen waren. Het boek is heel beeldend en beschrijvend, waardoor de moderne Nederlandse geschiedenis inene een stuk meer gaat leven. Door het bekijken van afbeeldingen van toen, het lezen van stukken en geschriften en het verkennen van de huidige omstandigheden weet ze een heel goed beeld te schetsen waarbij ik verbaasd sta over hoeveel dingen ik eigenlijk niet weet. Het is ook onthullend hoeveel namen van toenmalige gezagsdragers ook nu nog opduiken in de politiek en je realiseert je inene hoezeer Nederland een klassenmaatschappij was - en ergens nog is.